De grote woordenschatonderwijsquiz

Quizvragen voor 'Woordenschatonderwijs'

 
Welke bewering over woordenschatonderwijs is onjuist? opzoeken
Dagelijkse,routinematige aandacht voor woordenschat is fundamenteel.
De methode voldoet aan de kerndoelen en dat is voor woordenschat voldoende.
Als leerlingen de sleutelwoorden van de les niet kennen, missen ze een groot deel van de lesinhoud.
Het vergroten van de woordenschat gaat niet vanzelf en moet expliciet worden aangeboden.
Werken aan woordenschat is werken aan schoolsucces en vergroot de kansen van kinderen.
Als de leerkracht binnenkomt met: "O,o ik heb hier zo'n pijn, net als de rups in het boek dat ik heb meegebracht", bij welke fase hoort dit dan? opzoeken
Selecteren
Consolideren
Controleren
Voorbewerken
Semantiseren
De leerkracht leest het boek voor en vraagt of de kinderen kunnen laten zien dat ze buikpijn hebben. Ze wrijven over hun buik en zeggen: "o, wat heb ik een buikpijn". Bij welke fase hoort dit? opzoeken
Selecteren
Controleren
Consolideren
Semantiseren
Voorbewerken
Waar staan de 3 uitjes voor? opzoeken
UITkijken, UITleggen, UITbreiden.
UITbeelden, UITbreiden, UITzetten
UITbeelden, UITleggen en UITbreiden
UITbeelden, UITleggen, UITbeelden
UITleggen, UITbeelden, UITbreiden
Hoe werk je als leerkracht aan systematische woordenschatopbouw? opzoeken
Voorbewerken, semantiseren, de 3 uitjes, controleren.
Semantiseren, voorbewerken, de 3 uitjes, controleren
Woordselectie, semantiseren, consolideren, controleren.
Voorbewerken, consolideren, semantiseren, controleren.
Woordselectie, voorbewerken, semantiseren, consolideren, controleren.
Bij welke fase hoort de vraag van de leerkracht: "Wie weet nog wat buikpijn is?" opzoeken
Voorbewerken
Semantiseren
Consolideren
Selecteren
Controleren
Hoe leren kinderen woorden? opzoeken
Door te categoriseren en het opbouwen van een netwerk.
Door labelen, categoriseren + betekenisuitbreiding en netwerkopbouw.
Door te luisteren en te kijken.
Door de lessen van de methode.
Door te luisteren, te kijken en te spreken.
De leerkracht legt haar hand op de buik "Als je buikpijn hebt, dan doet het hier zeer en heb je pijn in je buik. Gisteren heb ik veel te veel gegeten en nu heb ik buikpijn hier." Bij welke fase hoort dit? opzoeken
Semantiseren
Consolideren
Selecteren
Voorbewerken
Controleren
Een woordparachute, woordkast, woordtrap en een woordweb zijn goed te gebruiken bij woordenschatverwerving. Is deze bewering juist of onjuist? opzoeken
Deze bewering is niet juist.
Deze bewering is juist.
De viertakt is de enige effectieve aanpak als het gaat om woordenschatuitbreiding. Is deze bewering juist? opzoeken
Deze bewering is juist.
Nee, deze bewering is onjuist.